HOME |
UITGAAN IN 2009 |
februari 2009 Een voorstelling gezien van Alex Klaasen: Eindelijk alleen. Wat fantastisch! En wat hebben we gelachen! De voorstelling begint met een geweldig gezongen lied: joie de vivre. De tekst van dit lied wordt steeds ruiger, het ritme steeds sneller. Alex speelt in deze voorstelling allemaal typetjes. Verkleden is niet nodig. Hij heeft alleen een boxershort en een hemdje aan, maar hij wórdt de ander. Als hij een verwende, veel te rijke vrouw speelt die alles kan kopen wat ze wil, dan ís hij die vrouw, daar heeft hij geen pruik voor nodig. |
||
En wat zien we allemaal voorbijkomen? Een vrouw die blij is dat haar zoon eindelijk aan sport doet en haar handwerkclubje wil uitnodigen voor de competitie fistfucking. Een paaldanseres die op kinderpartijtjes optreedt om 8-jarigen bij het seksuele gevoel te laten komen. Een dakloze wiens vriendin pas is overleden. Een zelfmoordsmurf die verliefd wordt. Een man van 89 die eindelijk alleen is, ze zijn allemaal dood, zijn vrouw, met haar slomekoeienkop een dag ervoor. Nu kan hij gaan genieten. En meer. Het is vooral Alex' fenomenale stem die deze voorstelling tot een absoluut hoogtepunt maakt. Voor mij was het toppunt een scène waarin hij een kinderliedje zingt 'kom je strakjes buiten spelen'. Hij zet in met een bariton. Dan trekt hij één hoge hak aan, zet die gehakte voet naar voren en zingt met een ware sopraanstem het antwoord 'kom je strakjes buiten spelen'. Ook in dit lied wordt het tempo opgevoerd, de voet met hoge hak en de blote voet wisselen elkaar steeds sneller af en daarmee ook de bariton/sopraan. Hoe krijgt ie het voor elkaar! De voorstelling wordt afgesloten met wederom het lied 'joie de vivre', nu gezongen in alle stemmen van zijn typetjes. Geweldig! |
1 maart 2009 Vanavond naar café Hesp geweest voor een een optreden van een mij onbekende band. Ik ken café Hesp alleen in de zomer: overvolle terrassen met erg jong volk. Geen terrasweer vanavond. Bij binnenkomst voelde ik me meteen thuis. De band was nog aan het opbouwen. Overduidelijk een bierband aan de buiken te zien. Met uitzondering dan van de keyboardspeler en de drummer. De keyboardspeler leek meer op een intelligente bouwvakker. De drummer was uiterst mager, leek soms debiel, maar o, wat heb ik van hem genoten, én van het samenspel tussen hem en de bouwvakker. Het gezicht van de drummer stond op uitschreeuwen van pijn, op huilen, op lachen (met naar beneden getrokken mondhoeken), op genot dat grensde aan pijn, terwijl alles bij elkaar overgave en dus vreugde uitdrukte. Wat voor muziek speelden ze? Veel elektrische gitaren waarvan ik normaliter niet houd. Toen ik het intro hoorde van Because I need your love so bad, dacht ik het toppunt van geluk bereikt te hebben. Niet dat ze alleen bekende nummers speelden, dat werd 'verantwoord' afgewisseld. Voor het eerst gingen ook elektrische gitaren voor mij leven, ik hoorde hun bijdrage, hun specifieke geluid, en eindelijk kon ik het waarderen. |
8 maart 2009 Wilma was hier dit weekend en dus hebben we weer eens 'cultureel' gedaan. Zaterdagavond naar de Meervaart. We waren goed op tijd dus konden ook nog even memory lane bewandelen: Osdorperban en natuurlijk langs Beek en Hof nummer 23. De Meervaart bleek een groot theater, indrukwekkend wel. Dat is te zeggen: tot we op onze stoel zaten. Helemaal achterin, nauwelijks beenruimte, onder een duistere afkapping. Het zicht was gelukkig goed. Het stuk: Hotel Atlantico met Marc-Marie Huijbregts, Paul Groot, Dick van den Toorn en Hajo Bruins. De regie was van Kees Prins. De pers schreef: 'Hotel Atlantico is een bijzonder toneelstuk met een mooie balans tussen een schaterlach en een schurend gevoel' - Het Parool 'De bloemrijke tekst van Houtappels, vol gevatte dialogen, geestige inkoppertjes en tragikomische monologen vormt de krachtige basis van de voorstelling' - de Telegraaf Een schitterende avond aan de Portugese kust. Vier boezemvrienden komen jaarlijks bij elkaar in het kleine Hotel Atlantico, om hun vriendschap, hun succes en vooral zichzelf te vieren. Maar dit jaar is alles anders. Een onbetrouwbare werkster, een ridderorde, een afwijzing, jaloezie en de dood gooien roet in het eten. De anders zo onbezorgde lach krijgt een bange echo, de wijn een wanhopige afdronk. En terwijl de pensionhoudster niets anders te doen heeft dan volslagen nutteloos de getijden bij te houden in een schriftje, vult het leven van de vrienden zich met blinde paniek. Hoeveel storm kan een vriendschap verdragen? Een tragikomedie geschreven door Frank Houtappels (o.a. Koefnoen, Uit Liefde, 't Schaep met de 5 Pooten en Gooische Vrouwen). Onderstaande foto is van Ben van Duin. |
||
En wat vonden we er zelf van? Het kwam wat traag op gang. Veel van de humor zat 'm in herhaling. Om daarom te kunnen lachen, had je natuurlijk wat tijd nodig. Ook was het stuk van een intimiteit die niet goed tot zijn recht kwam in zo'n vreselijk groot theater. Maar verder niets dan lof. Goede, natuurlijke acteer-prestatie, mooi decor en wat inhoud betreft: het zinnetje 'wat hebben we het toch goed hè?' geeft het helemaal weer. Die zin hebben we de volgende dag ook vaak gebruikt. Net als:' wel heel mooi grind', 'je moet je glas bij het steeltje vasthouden' en 'wat vind je van mijn zonnenbril?' |
De volgende dag zijn we naar een schitterende Van Gogh-tentoonstelling geweest. Er waren gereserveerde blokuren. Wij zouden om 15.00 uur aan de beurt zijn en dachten vooraf de vaste expositie te gaan bewonderen. Maar die vlieger ging niet op. We konden pas om 3 uur naar binnen. Geen nood. Het was heerlijk weer (uit de wind) dus we hebben lekker rond de PC gewandeld. De tentoonstelling was zeer de moeite waard. Natuurlijk kenden we al veel werken vanuit andere musea, het bijzondere was nu dan ook het thema: Van Gogh en de kleuren van de nacht. Bijna alle werken daarover waren bij elkaar gezet. Beginnend met werken van schilders door wie Van Gogh beïnvloed was en eindigend met de poëzie van de nacht, schrijvers die van invloed zijn geweest op het werk van Van Gogh. Zuslief liep natuurlijk de hele tentoonstelling lang 'starry, starry night' te zingen (ik heb het nog steeds in mijn hoofd). Daarna hebben we nog weer geshopt in de museumwinkel. Ik heb de catalogus gekocht om thuis nog eens op mijn gemak te bekijken. Ook staan hierin reproducties van werken die eigenlijk thuishoorden op de expositie maar die om de een of andere reden niet beschikbaar waren/werden gesteld. Bij de uitgang van het museum stond een computer met een camera. Daarmee kon je een filmpje opnemen en per e-mail naar iemand sturen. Wij hebben met z'n drieën even debiel staan doen voor zo'n cameraatje. Opperbeste stemming. In het café was het dan ook echt tijd voor een proseccootje. Heerlijke dag! |
14 juni 2009 Nauwelijks terug van vakantie bezochten we een expositie van onze buurman Joost Barbiers in Het Depot te Wageningen. We hadden al veel over zijn werk gehoord en er met hem over gesproken, maar nooit iets gezien. Nu dus wel. Het viel niet tegen, en dat is een understatement. Van niet alles was ik onder de indruk, maar er zaten een paar prachtige werken bij. Het allermooiste beeld was wel 'De doos van Pandora': een manshoog stuk steen waarin op ooghoogte een spleet is uitgehakt. Als je daar doorheen kijkt, weet je niet wat je ziet. Hoe heeft hij dát voor elkaar gekregen? De steen is kennelijk ooit geheel doormidden gekliefd en zowel de 'doos' als de 'deksel' zijn uitgehold. De doos is vervolgens gevuld met een laag water waarin de onderkant van de deksel gespiegeld wordt: een prachtig tafereel! |
Rechts zie je een ander waterwerk van Joost Barbiers. Toevallig kwamen we het verleden week tegen op begraafplaats Zorgvlied. Een kennis van ons was daar juist begonnen het graf van Annie M.G. Schmidt te restaureren. En wij wilden hem het graf van Kitty laten zien, want ook daar moet iets aan gebeuren. Toen hebben we er maar meteen een bezoek aan andere 'oude bekenden' van gemaakt en onderweg kwamen we dus deze sculptuur van Joost tegen. Hij stond nog steeds vol water, al had het al dagen niet geregend. |
||
Terug naar Wageningen. De speeches waren achter de rug en wij stonden het 'vogelfonteintje' (zie thumbnails boven) te bewonderen. En opeens, wie zie ik daar? Zus W met vriendin R! Wat een verrassing! W wordt al jaren op de hoogte gehouden van exposities in Het Depot en de catalogus van Joost zag er zo mooi uit dat ze er niet over na hoefde te denken. Ik kreeg natuurlijk meteen zin om alleen maar met W te kletsen, maar ja, daar kwamen we niet voor en het zou voor de rest van het gezelschap ook niet leuk zijn geweest. Trouwens, 'vogelfonteintje' is niet de officiële naam. We hebben de catalogus aan R gegeven, dus ik kan het niet opzoeken. Het doet er ook niet toe. Voor mij is het een kuuroord voor vogeltjes! |
25 juli 2009 - De eerste zussendag De eerste zussendag begon de avond ervoor met veel herinneringen, prosecco, gelach, wat tranen en bovenal veel liefde. Het zal dus best zo zijn dat niet iedereen de volgende dag superfit was, maar dat we Insel Hombroich niet konden vinden, lag toch echt daar niet aan. We hadden twee adressen van dit 'museum' en beide adressen werden door TomTom niet herkend. Bovendien was ons verzekerd dat er op de snelweg naar verwezen zou worden. We kwamen inderdaad een bord tegen met een afbeelding van Insel Hombroich. Weten wij veel dat zo'n bord betekent dat je daarna de eerstvolgende afslag moet nemen! We zijn er gekomen. Zonder irritaties of gekibbel. Het heeft zo z'n voordelen met alleen zusjes! Wat we ervan moesten verwachten, ik had geen idee. T had wel allerlei Duitstalige filosofische achtergronden voorgelezen, maar daar kreeg ik eerder kippenvel dan verlangens van. Het beste leek het mij om alles open op me in te laten werken. En open waren we! We hebben echt overal van genoten, zelfs van de regenbuien. |
||
De linkerfoto hierboven spreekt voor zich. Op de rechterfoto zie je W en P bij Het Labyrinth. Dit was een vrij groot gebouw, waarin je moeite moest doen om alle zalen te zien. Overal hingen bordjes 'ausgang' en uiteindelijk konden we toch echt niet meer de deur vinden waardoor we binnen waren gekomen. Het licht in alle gebouwen is uitzonderlijk mooi. Al het geëxposeerde werk krijgt goed de ruimte. Opvallend is dat er nergens bordjes met de naam van de kunstenaar en/of het betreffende werk aanwezig zijn. Dat bevorderde de open blik en dat mijn bril af kon was mooi meegenomen. | ||
Linksboven een onderdeel van wat ik maar de tuin met de tinnen soldaten noem. Helaas zijn daar verder geen onbewogen foto's van. Het gaat hier om een heel groot terrein barstensvol roestige, ijzeren soldaten. De omgeving is vol met keien waarin mensenhoofden zijn gegraveerd. Dat met een doodskist en wat graven geeft de indruk van massale koppensnellerij. Niet het vredelievende beeld dat ik me bij die tuin had voorgesteld. Maar dat alles tegelijkertijd met zo'n vette knipoog, zo speels en vrolijk, dat je er alleen maar een goed humeur van krijgt. De foto links laat een deel van de hortensiatuin zien. Dit tafereel zag je, komend uit een strak kaal gebouw: twee witte, verspringende zalen met slechts enkele geometrische sculpturen in zwart graniet. Er heerste een totale stilte, de stilte overviel je als het ware. Staand in de deuropening ervan was de brug met aan de overkant een weelde van hortensia's in álle kleuren. Alsof je een sprookje binnenwandelt. Daarachter lag een spiegelglad meer, slechts bewogen door de druppels die van de beregende bomen vielen bij een windzuchtje. |
Links W in de deuropening van de Hohe Galerie. In het midden kleine P bij grote boom en rechts de drie zussen, veilig terug van een wonderbaarlijk mooie dag! |
augustus 2009 |
||
De voorstelling begon met een langzaam oefenende violist. Al snel daarna volgde een stortbui van muziekinstrumenten. Ik denk dat die bij de 50 hoorden, maar wie gaat er tellen als er zich dan 6 mensen groeperen die zodanig mt elkaar en met hun instrumenten verbonden zijn dat iedereen er twee bespeelt! Dat vereist zo ontzettend veel muzikaal vernuft en onafhankelijke motorische activiteit, onnavolgbaar gewoon. Ander voorbeeld: er wordt een song ten gehore gebracht met twee drummers die rond de hele groep rennen en steeds nét op tijd zijn om de drumpartij vlekkeloos te laten verlopen. Op de foto links wordt een plakkaat bubbeltjesplastic bespeeld. En niet op zo'n saaie manier dat alleen de bubbeltjes knappen. Zie ook: http://www.youtube.com/watch?v=sLm3biccJBg Een voorstelling van wereldformaat: 40 minuten (het leken er 10) lachen, bewonderen, nog meer lachen en nog meer bewonderen! |
Op dinsdag 22 december 2009 werd in het concertgebouw van Nijmegen, ‘De Vereeniging’, de Messiah van Händel uitgevoerd door het toonkunstkoor Nijmegen (www.toonkunstkoornijmegen.nl). Zus W. zingt in dit koor en de plannen om hier samen met mama heen te gaan, stonden al een tijdje vast. Het was nog even de vraag of de barre weersomstandigheden roet in het eten zouden gooien, maar uiteindelijk verliep al het reizen gladjes. W. moest al om 18.00 uur in de Vereeniging zijn, alle tijd dus om mama op te halen. Ze had er al een volle dag op zitten: met broer M. naar de verjaardag van haar zusje. Op het concert had ze door het weer niet meer gerekend, maar vliegensvlug had ze een charmante combinatie aan. Papa liet ons het krantje zien van het Zorgcentrum met het artikel over hun 60-jarig huwelijk. Hij had er een superpositief verhaal van gemaakt en de erbij gepubliceerde foto maakte dat helemaal waar. Ze stonden er fantastisch op. En papa zeker. Hij oogde ontzettend jeugdig en zat er uiterst ontspannen bij. Zo zie ik hem niet vaak meer. Nu ben ik niet een zeer groot liefhebber van kooruitvoeringen, geef mij maar opera. Dát, plus de hitte bovenin de zaal en de geringe beenruimte, maakte het een lange zit. Toch was de muziek soms zo mooi dat ik al die ongemakken kon vergeten en me gewoon kon verliezen. Een welkome doorbraak kwam van twee trompetters die zich pal achter ons bevonden en zich onverwacht met het orkest bemoeiden. Mama, die af en toe een beetje wegdoezelde, was weer helemaal wakker. De pauze bracht wat wat frisse lucht in de zaal en even de benen strekken kon ook geen kwaad. Ik bleef wel bij mama in de buurt, die natuurlijk bleef zitten. De twee trappen op om er te komen, waren al bijna te veel voor haar. Na de pauze kwam het grootste spektakel. Het Halleluja werd gezongen, voor mij het enige bekende lied en wéér vond ik het gewoonweg spannend. De dirigente stond te dansen op haar voetstukje, waar gelukkig een hekje achter zat. De zaal barstte in applaus uit na dat lied, iets wat natuurlijk eigenlijk helemaal niet hoort tijdens een concert. Maar dirigente José Doodkorte stapte elegant opzij en liet het dankbaar over zich komen. Na afloop was er weer een daverend applaus. Het hield gewoon niet op! De bossen bloemen waren al weggegeven door een onhandig bloemenweggeefmeisje. De solisten en de dirigent waren al vier keer teruggekomen en nog was de zaal helemaal vol. En toen kwam dan de toegift: nogmaals het Halleluja! Het publiek werd zelfs uitgenodigd mee te zingen. Naast me hoorde ik mama zachtjes meedoen, een gelukzalige uitdrukking op haar gezicht. W. was helemaal in de wolken. Ze had zo lekker gezongen! Het was voor ons allemaal een erg fijne avond. En wist ik nu maar welk lied ik zo verschrikkelijk mooi vond. Het was in het deel van het lijden van Christus, daar waar hij zich door iedereen verlaten voelt. |