Frank Martinus Arion - Dubbelspel |
||||||
In een oude discussie over experimentele literatuur tussen J.F. Vogelaar en, naar ik meen, de heer Oversteegen, stelde eerstgenoemde onder meer dat een traditionele literatuur nog slechts was weggelegd voor culturen waarin aperte misstanden aan de kaak gesteld dienden te worden. De Curaçaoënaar Frank Martinus Arion is afkomstig uit een dergelijke cultuur. De kloof tussen arm en rijk wordt op Curaçao des te schrijnender ervaren door de geringe omvang van het eiland, waardoor men als het ware vanuit het raam in de weelde der blanken blikt. Zoals in Dubbelspel Manchi Sanantonio inderdaad geregeld zijn blik laat vallen op Prinsessendorp, een wijk waar de blanke Shell-werknemers wonen. De meest bekende opmerkingen van Aristoteles over de klassieke tragedie, die in de overlevering de vorm van voorschriften hebben aangenomen, zijn: eenheid van tijd, plaats en handeling. De vier mannelijke hoofdpersonen zijn namelijk bijna stereotypen. Zo is er de op macht beluste Manchi Sanantonio. Hij is zo iemand, die, mocht hij ooit aan de macht komen, gevaarlijker zal blijken te zijn dan welke blanke koloniale overheerser dan ook. Niet voor niets woont hij in een echte Italiaanse palazzo met vele ongebruikte kamers, hoog boven de anderen verheven. Dan is er Boeboe Fiel, het prototype van de luie inlander, levensgenieter, kinderverwekker, armoedzaaier, maar goedmoedig en makkelijk. Niet bepaald een type waarmee een land tot ontwikkeling, laat staan tot bloei kan komen. Van het huis dat hij ooit had willen bouwen is nog pas het graafwerk voor de fundamenten verricht. Het ligt er als een nutteloze en zelfs gevaarlijke valkuil bij. De beide vrouwen spelen voornamelijk op de achtergrond een rol. Toch draait alles om hen. De opdracht van het boek luidt ook: ‘aan vrouwen met moed’. |
De Bezige Bij, 9e druk, 1986 |
En ten slotte Solema. Ik zou zeggen: dat is Curaçao zélf. Althans het Curaçao dat het zou moeten zijn. Niet bij toeval is Solema onderwijzeres. Ze is in Europa geweest, heeft daar diverse studies gevolgd, waarbij ze steeds het belang van Curaçao voor ogen hield. Ja, ook zij heeft gehoereerd, daartoe - om andere redenen dan Nora - min of meer gedwongen. Ze predikt geen revolutie, wil oude waarden (Nora) behouden, maar er zal veel moeten veranderen en dat zal de bevolking zélf moeten doen. Naast ‘realpolitiker’ is zij tevens de letterlijke belichaming van de begerenswaardige schoonheid van Curaçao. Het dubbelspel uit de titel is veelomvattend. Naast speltechnische term slaat het op de personages die allen wel een of ander dubbelspel met elkaar of met meerderen spelen. Je zou bijna bij iedere spelzet op zoek gaan naar een parallel daarvan in de onderlinge verhoudingen. Mijn kritiek op de roman blijft gelukig beperkt tot dit nawoord en enkele kleindigheden, die juist in een realistische roman opvallen. Zo heeft Solema bijvoorbeeld haar kinderen naar haar ouders weten te brengen terwijl ze vanaf de dominotafel steeds zichtbaar was. Maar nogmaals, dit zijn futiliteiten op vele pagina’s spanning, ontroering, humor en inleefbare menselijkheid. geschreven, zomer 1988 |
Elizabeth von Arnim - Elizabeth and her German Garden |
||||||
Over het boek hoef ik niet veel op te schrijven. Dat heeft Dettie in maart al uitgebreid gedaan. Zie daarvoor de Leestafel. Sommige dingen uit het boek vertelt Dettie gelukkig niet, blijft er voor mij nog wat over. Zo trof mij het lot van de ‘gastarbeiders’. Met name dat van de vrouwen: als een vrouw een baby had gebaard dan was ze een uur later alweer op het veld aan het werk. Als Elizabeth daarover haar ontsteltenis uit, reageert Mr Wrath met de opmerking dat het voor die vrouwen anders is, omdat ze nog nooit corsetten hebben gedragen, hun grootmoeders en verder terug evenmin. Hij heeft nog wel meer meningen over vrouwen. Als de komst van Minora (tegen de zin van Elizabeth) wordt aangekondigd, volgt deze dialoog: |
Er is maar één reden waarom ik wel eerder geboren had willen zijn: de winters. Elizabeth beschrijft een uitstapje naar de Baltische zee waar ik echt bij had willen zijn, zulke mooie landschappen, die heerlijke, knapperige vrieskou, de helderheid ervan en o, wat mis ik het schaatsen op natuurijs! Het gedeelte waarin het bezoek van Minora en de eigenzinnige Irais wordt beschreven, vond ik het allerleukst. Minora is een Engelse die een beetje neerkijkt op buitenlanders en een boek wil schrijven over de vreemde gewoontes van die Duitsers. Vrijwel het eerste wat ze zegt als ze binnenkomt is dat een bepaalde kamer stikt van de kopij. Volgt: En als ze dan gaan slapen: |
Elizabeth von Arnim - The Enchanted April |
||||||
Het begint allemaal op een druilerige middag in februari wanneer Mrs. Wilkins (30 jaar) na het boodschappen doen in een vrouwenclub in Londen haar oog laat vallen op een advertentie in The Times. Er wordt een kasteeltje te huur aangeboden aan de Italiaans mediterranee gedurende de maand april. Of Mrs. Wilkins altijd al ´ziende´was, weet ik niet, maar dit kasteeltje ziet ze duidelijk voor zich. Ook in de club is Mrs. Arbuthnot, een vrouw van nog geen dertig met een triest gezicht die veel aan liefdadigheid doet voor de kerk. Het lijkt erop of ook zij naar de advertentie staart. En Mrs. Wilkins overwint haar verlegen-heid en spreekt haar aan. |
In 1992 is er |
Zij is van een adembenemende schoonheid en iedereen voelt zich tot haar aangetrokken. Het maakt dat zij geen adem meer kan halen. Zelfs als ze kwaad is en onbeschoft doet, zijn mensen van haar gecharmeerd. Dat ze zo’n prachtige stem heeft, helpt ook niet om mensen op een afstand te houden. Bijvoorbeeld deze: |
Elizabeth von Arnim - Christopher and Columbus |
||||||
Na The Enchanted April wilde ik nog meer van Elizabeth von Arnim lezen. Dat werd Christopher and Columbus uit 1919. Zittend in de kou op het dek, dik ingepakt en met mutsen op, lijken ze niet de 17-jarige tieners die ze zijn, maar eerder 13. Een vriendelijke man, Mr. Twist, ontfermt zich over hen. Bij aankomst in New York echter, staat het echtpaar Sack niet op de kade. Mr. Twist neemt ze mee naar een hotel, maar de meisjes voelen zich schuldig en vooral ook veel te volwassen. Als Edward Twist hen uitlegt dat zij ‘a lump in his mind’ zijn, volgt: De volgende dag zijn ze verdwenen: op zoek naar Mr. and Mrs. Clouston K. Sack in Boston. Helaas kunnen ze dan niet blijven. Tante Alice heeft hun op het hart gedrukt dat er altijd een moeder of een vrouw moest zijn. Mr. Twist nu, gaat vaak naar het buitenland voor zijn werk (ingenieur). Eenmaal terug in de VS zit hij danig onder de plak bij zijn moeder. Hij ziet het als zijn plicht om zijn moeder financieel te onderhouden. Welnu, dat is gelukt. Dankzij oom Charles, een man van de kerk. Oom Charles had een theepot die altijd lekte. Edward Twist ging overal op zoek naar een niet lekkende theepot. Die bleek niet te bestaan. Dus hij vond er een uit. Sindsdien is hij niet alleen erg rijk, maar ook Amerika’s grote held: the Non-Trickler was as frequent in American families as the Bible and much more regularly used. |
Moeder Twist woont in Clark. Een kleine gemeenschap die wederom fraai beschreven wordt: Dat de tweeling daar niet welkom zal zijn, voel je op je klompen aan. Maar het gaat verder: eindelijk breekt Edward met zijn moeder, hij kiest voor de tweeling. Ze vertrekken naar Los Angelos waar het tweede echtpaar woont aan wie oom Arthur de komst van de tweeling heeft aangekondigd. Als ze even later Mr. Twist vertellen dat Mr. Dellogg dood is: Hier laat ik het bij. Er komen nog heel wat problemen door de oorlog en het feit dat de tweeling half-Duits is. En natuurlijk ook doordat ze werkelijk allerliefst zijn om te zien. |